Wieneke

Lees hieronder het verhaal van Wieneke

Luister hier naar het verhaal

Wieneke – 40 jaar
Geboren en getogen op Fortmond

 

Op Fortmond voel ik me thuis. De geur van vers gemaaid gras is heerlijk. Dat betekent voor mij: ik ben weer thuis. Buiten zijn, de vrijheid, het buurtschap idee, dat maakt dat ik hier het liefst blijf

Verhaal van Wieneke Kolk, Fortmond

Wonen naast het water
Ik ben geboren en getogen op Fortmond, een buurtschap dat valt onder de gemeente Olst-Wijhe. Hoogwatergebied. Ik woon hier nog steeds, veertig jaar later.
Mijn ouders zijn in 1982 gekomen omdat het midden was tussen Bathmen, waar mijn moeder woonde en Wijhe, waar mijn vader vandaan kwam. Ze kwamen beide van buitenaf, dus wilden dat graag weer.

Fortmond ligt dicht bij de IJssel en af en toe staan onze huizen midden in de rivier. Als het water hoog komt, moeten we met een bootje van onze grond naar het vaste land.

Op Fortmond wonen ongeveer 80 mensen en staan 42 huizen. In de zomerperiode meer door de camping. Het hoge water verbindt ons als buurtschap. ‘s Avonds kan je niet weg, dus dan ga je samen zitten en een borrel nemen, want je kunt toch nergens heen. De boot vaart gaat van zeven tot zeven, maar als er nood is, kan je altijd met een trekker weg. Bijna iedereen kent iemand met een trekker.

Gelukkig hoeven we tegenwoordig onze huizen niet te verlaten, ze staan hoog genoeg om droog te blijven. In 1992 en 1995 was dat anders; toen stond ons oude huis onder water en verhuisden we net op tijd naar de andere kant van de weg.

MKZ crisis
We hebben op Fortmond ook de Mkz-crisis van dichtbij meegemaakt. Ik weet het nog heel erg goed. Alle evenhoevige dieren in de omgeving moesten afgeschoten worden. Zoals de Schotse Hooglanders, die achter in de tuin liepen. Iemand van Staatsbosbeheer, die ik nooit had zien huilen, zat huilend bij ons in de schuur. Wij hadden zelf geen evenhoevige dieren, alleen paarden.

Ik zat op de middelbare school toen het gebeurde, ik was 12 of 13 jaar oud. Het gebied werd afgesloten, niemand mocht erin tenzij je er woonde. Omdat ik geen ID-kaart had, kon ik niet aantonen dat ik er woonde. Gelukkig stond daar een man die al een eeuwigheid boven aan de dijk woont en hij kon de verkeersregelaar laten weten dat ik van Fortmond kom. Toen kon ik toch naar binnen en ik ben thuisgekomen.

Het was een hele rare tijd. Het was ook een groot mediacircus, iedereen wilde interviews. Dat deden we als mede-Fortmonders niet. We vertelden ook niet waar het begonnen was. Dan zou die boer door de mangel gehaald worden. Dat buurtschap idee is er door het hoge water. We komen voor elkaar op.
Wij hadden thuis twee auto’s, dus we hadden altijd één auto aan de andere kant op het eiland staan. Dat was een gebruiksvoorwerp voor iedereen op Fortmond. De auto zat niet op slot, hij stond gewoon bij de boot met de sleutel erin. Als iemand het wilde gebruiken, namen ze hem even mee, gingen naar huis en zetten hem weer terug.

Levensloop
Mijn jeugd bestond uit vrijheid, blijheid. We hadden alle ruimte om ons huis heen. We speelden altijd buiten. Binnenspelen, videogames, wij zijn er niet mee opgegroeid. Wij hadden een bal en vermaakten ons. Er woonde toen ook nog wel veel jeugd in de buurt. Dat is nu wel minder. De huizen worden onbetaalbaar voor gezinnen. Dat is wel heel jammer, eigenlijk. Er komen mensen op leeftijd die in het westen hun huis verkopen en het hier makkelijk kunnen betalen en zo lekker buitenaf kunnen wonen.
Van de westerlingen die hier komen staat de ene open voor het buurtgebeuren, de ander minder, maar het gaat om het karakter. Er zijn er genoeg die nu vrijwilliger zijn geworden. Ik zeg altijd zo: ‘je kunt een Marokkaan niet met een Marokkaan vergelijken, maar een westerling ook niet met een westerling.’

Ik heb regelmatig gereisd. Ik ben naar Schotland geweest voor een stage, en in mei ben ik een maand naar Amerika geweest, in mijn eentje, met een camper. Ik startte in New York, daarna naar Los Angeles, en vervolgens rondgereisd. Het was heerlijk om zelf te bepalen waar ik heen ging, niemand waar ik rekening mee hoefde te houden.

Los van deze reizen ben ik altijd hier gebleven. Ik ga hier nooit meer weg. Ik hou van de vrijheid en het buurtschap idee. Mijn ouders hebben dit huis gebouwd waar ik nu samen met mijn vader woon. Als hij overlijdt, ben ik degene die blijft. Mijn zusje vindt het prima, die zegt ‘ik hoef daar niet te wonen’. Mij moet je niet in een stad stoppen, dan word ik gillend gek. Ik stap nu naar buiten en ik bén buiten. We hebben allerlei dieren: twee pony’s, vogels, vissen. In de toekomst komt er weer een hond. Die mis ik wel heel erg. We hebben altijd honden gehad.

Ik werk al ruim 7,5 jaar bij Ut Huus, vooral in de eetkamer. Ik heb een heel groot netwerk, mensen komen naar mij toe als ze iemand nodig hebben. Zo kan ik mensen verbinden.

Olst vs. Wijhe
Er is nog steeds een beetje rivaliteit tussen Olst en Wijhe. Dat was vroeger wel erger dan het nu is. Als er toen op het tentfeest in Wijhe Olstenaren liepen was het hommeles. Gelukkig woonde ik op Fortmond, neutraal terrein. Van Olst werd wel gezegd dat ze daar het ‘geld over de balk smijten’ en dat in Wijhe juist iedereen ‘veel zuiniger is met alles’.

Gezin
Ik woon thuis samen met mijn vader. Wij zijn twee verschillende personen. Hij is ontzettend koppig. Als hij zich niet lekker voelt zeg ik ‘bel nou maar de huisarts’. Maar het werkt. We hebben een fijne taakverdeling. Ik doe de boodschappen, hij zorgt dat het eten op tafel staat als ik thuiskom van werk en zorgt voor de tuin. We ondersteunen elkaar. Het is een goede manier van samenleven.

Mijn moeder overleed in 2011 aan kanker, een hele pittige periode. Het werd in augustus ontdekt en in april het jaar erop was ze al overleden. Op mijn verjaardag kreeg ze het nieuws dat er niks meer aan te doen was. Ze had chemo en bestralingen, maar het mocht allemaal niet baten. Ik heb destijds mijn studie opgezegd om voor haar te zorgen.

Haar overlijden had veel invloed op ons gezin. Mijn zusje had het er erg moeilijk mee, omdat zij erg op mijn moeder gericht was en ik meer op mijn vader. Mijn moeder is gecremeerd en ligt momenteel in Den Nul op de begraafplaats. Mijn vader wil dat wij ze, als hij ook gecremeerd is, later samen op Fortmond uitstrooien.

Versgemaaid gras
Op Fortmond voel ik me thuis. De geur van vers gemaaid gras is heerlijk. Dat betekent voor mij: ik ben weer thuis. Buiten zijn, de vrijheid, het buurtschap idee, dat maakt dat ik hier het liefst blijf. We hebben een partytent in de zomer, dan zit ik buiten met een bakje koffie en geniet van de plek. Fortmond betekent voor mij vrijheid, verbondenheid, de IJssel, het hoge water, de buurtschap, de Schotse hooglanders, het bootje, de herinneringen aan mijn ouders, en het dagelijks leven samen met mijn vader.

Wensen voor de toekomst? Ik begin net weer met sparen, want ik heb net mijn reis naar Amerika gehad. Ik wil mijn motorrijbewijs halen, dat lijkt me heel gaaf. De volgende reis die ik wil maken is naar Nieuw-Zeeland en Australië.

Verhaal opgeschreven door Milou Daniëls

Terug naar overzicht