Rikie

Lees hieronder het verhaal van Rikie

Luister hier naar het verhaal

In een project over Lossenaren mag en kan een verhaal over textiel niet ontbreken.

We spraken Rikie. Op 90-jarige leeftijd vertelt zij sprankelend en vol strijd en levenslust over de tijd waarin zij als arbeiderskind op school niet de kansen kreeg die kinderen van de middenstand wel kregen, iets wat Rikie toen al als heel onrechtvaardig beschouwde. En die verschillen bleven.

Zo kwam het dat zij als 14-jarig meisje zes dagen per week op de fiets van Losser naar Enschede reed om te gaan werken bij de textielfabriek van Nico ter Kuile. Liever was Rikie langer naar school gegaan, maar als zesde kind in een gezin van acht had zij geen keuze. Haar jongste zusje had intensieve verzorging nodig en kon daardoor niet thuis blijven wonen. De kosten daarvoor waren hoog. Haar oudste broer was al op vierjarige leeftijd overleden, nog vóór Rikie geboren werd. De drie jongens mochten een vak leren en gingen naar de ambachtsschool, dus moesten de drie meisjes in het gezin zo snel mogelijk aan het werk in de fabriek.

Ze werkten 48 uur per week en het salaris bedroeg 9 gulden per week. Bijna alles wat ze verdienden moest worden afgedragen om het huishouden en de zorg te kunnen betalen. Geld voor de bus was er daardoor niet. Elke ochtend, in de winter zelfs om 06.00 uur, stapten ze op de fiets om op tijd veilig het fietspad te bereiken, zodat ze alle bussen die dagelijks vanuit Losser vertrokken voor konden blijven. Als ze niet op tijd van de rijbaan het fietspad op kwamen, was het veel te gevaarlijk. Ze telden elke dag wat er voorbijreed: 23 bussen waarin zij van Losser naar Enschede hadden kunnen meerijden. Onder het tellen trapten ze dapper door. Van de 9 gulden mochten de zusjes 1 gulden per week houden als zakgeld, ook toen ze er al negen jaar werkte.

Rikie vond het destijds heel normaal om zo jong in de fabriek te werken. Ze stond trouw elke dag van 07.30 tot 16.45 uur in de fabriek aan de Lage Bothof. Ze vond het niet erg, plichtsgetrouw als ze was, omdat het nu eenmaal niet anders was. Ze startte als aanlangster en werd later inrijgster. Ze werkte met veertig meisjes op de inrijgzaal. Gelukkig was het daar minder vies dan in de weverij en ook veel stiller. De radio mocht aan en vaak zongen de meisjes mee, dat klonk zo mooi dat het kantoorpersoneel, dat zich ver boven de arbeiders verheven voelde, bleef staan om te luisteren.

Je hoefde niet te klokken als je op je werk kwam, en als je je een keer verslapen had, kreeg je geen straf. Toch is Rikie in al die negen jaren nooit één dag te laat gekomen. Sterker nog: bij ziekte bleef ze niet eens thuis, want dan kreeg je de eerste drie dagen niets uitbetaald. Dat scheelde veel geld, dus zelfs met een zware blaasontsteking stapte Rikie op de fiets naar haar werk, en niemand die naar haar omkeek.

Het werk als inrijgster ging haar heel goed af. Ze stond de hele dag te tellen om de draden precies goed op kleur in te rijgen. De baas was schappelijk en niet heel streng. Als je een fout maakte, werd je naar de wervers gestuurd om die te herstellen. Dan moest je naar de overkant, over de luchtbrug, naar de Hoge Bothof. Rikie heeft in al die jaren bijna nooit naar de overkant gehoeven.

Het leven in de fabriek was voor veel arbeiders zwaar en de omstandigheden waren slecht. Rikie noemt het in ons gesprek een moderne vorm van slavernij. De uitbuiting was overduidelijk, maar Rikie’s doorzettingsvermogen was groot.

Ter Kuile kende geen voorzieningen zoals andere fabrieken, die zorgden voor hun arbeiders door bijvoorbeeld scholen, een badhuis, nieuwe wegen of verenigingen te bouwen, waarin de arbeiders na zes zware fabrieksdagen op zondag konden ontspannen.

Bijzonder was dat de verzuiling in die periode in de maatschappij nog sterk aanwezig was, maar vreemd genoeg binnen de fabrieksmuren niet. Protestanten en katholieken gingen er heel goed met elkaar om.

Na negen jaar kreeg Rikie de kans om elders te gaan werken, en heeft ze op eigen kracht enorm veel bereikt. Bijzonder hoe zij haar veerkracht, doorzettingsvermogen en relativeringsvermogen haar hele leven lang heeft meegenomen.

Terug naar het overzicht