Hoa Mulder Tran – 62 jaar
Woont sinds 22 jaar in Wijhe
Ik kook nog steeds bijna altijd Vietnamees. Maar aan de andere kant, mijn schoonmoeder heeft me stap voor stap aardappelen leren koken
Hoa Tran, 62 jaar, woont sinds 2003 in het centrum van Wijhe
Geboren in Vietnam
Ik ben geboren in Vietnam, Quang Ngai, dat ligt in het midden van het land. Tot mijn 18e woonde ik daar. Ik wilde naar de universiteit, maar dat mocht niet. Mijn vader was tegen het communisme. In het gezin van mijn vader was de ene helft communist en de andere helft niet, bizar hè?
Ik was nog jong en weet daar niet zoveel van. Maarja, mijn vrienden mochten allemaal wel naar de universiteit. En ik niet, terwijl ik er heel hard voor had gewerkt. Het was natuurlijk oorlog, maar ik kon er niets aan doen en was slachtoffer van de situatie. Ik wil vrijheid en probeer te vluchten. Dat heb ik jarenlang geprobeerd, heel veel pogingen. En dan kwam ik telkens weer in de gevangenis terecht. Dat was heel moeilijk en ik raakte helemaal van de leg. Ik had niemand bij me. Iedereen nam de hele familie mee, terwijl ik helemaal alleen op de vlucht was. Ik maakte mee dat maar 40 van de 120 bootvluchtelingen het overleefden. Nu nog steeds kan ik beelden van bootvluchtelingen niet aanzien. Maar ik gaf niet op. Ik wilde die vrijheid en was misschien ook naïef. Ik was jong en op zoek naar een toekomst. Die toekomst zag ik niet in Vietnam.
Uiteindelijk ben ik na vele vluchtpogingen met de boot toch op de Filipijnen terecht gekomen. Via de Filipijnen wilde ik eigenlijk naar Amerika toe, omdat mijn zus daar woonde. Dan had ik iemand om me heen en was ik veilig. Maar dat kon niet, want ik had geen werk. Dus ik probeerde het ook via Australië en Canada. Ook dat lukte niet en zo woonde ik door al die procedures bijna 5 jaar op de Filipijnen. Ik raakte zwanger en dacht toen: dan maakt het niet uit welk land. En zo werd het Nederland. Maar ik had ook in de bieb gelezen dat Nederland onder water lag enzo, ik had echt geen idee. Maar dan kon ik wel eerder weg van de Filipijnen.
Vrijheid in Nederland
En toen kwam ik hier terwijl ik 5 maanden zwanger was. Ik kwam eerst alleen, mijn man kwam pas veel later. Ik kende niemand. Ik wist niets en moest de taal leren. Ik weet het nog goed, het was Bevrijdingsdag dat ik in Nederland kwam.
Ik kwam terecht in Apeldoorn in een heel groot huis met iets van 40 gezinnen. Allemaal bootvluchtelingen. Daar moesten we gezamenlijk koken en alles delen. Maar iedereen had zijn gezin bij zich en ik was alleen. Dus binnen twee maanden heb ik een gezinshuis, hartstikke mooi. Drie slaapkamers en echt gigantisch groot. Je kan je niet voorstellen hoe groot dat toen voelde. Ik was gezond, ik kreeg geld van de regering en ik mocht naar school om de taal te leren. Ik had alles dus was heel blij.
De eerste periode in Nederland was gek. Alles was zo anders. Ik mocht iets van 7.000 gulden van de gemeente lenen voor het aanschaffen van een koelkast, gasfornuis, behang, vloerbedekking en andere dingen. Ik had natuurlijk helemaal niets. Ik betaalde per maand en deel van die schuld af. Ik had een huis en ik mocht naar school, ik had het goed en was zo dankbaar.
Maar ik voelde me ook heel eenzaam, ik had geen familie bij me. Het gastgezin dat me opving was heel fijn. De moeder van het gastgezin heeft zelfs nog de navelstreng doorgeknipt bij de bevalling van mijn zoon. ‘Nu ben ik oma’ zei ze. Ze was zo lief. Ik noemde haar ook ‘mama’, helaas is ze toen mijn zoon 5 jaar oud was overleden. Maar ze speelde een hele bijzondere rol in de eerste periode dat ik in Nederland kwam. Door haar had ik iemand.
Nadat mijn zoon was geboren kwam ook mijn man naar Nederland, maar uiteindelijk wilde hij niet samen met mij verder. Ik woonde alleen in dat gigantisch grote huis samen met mijn zoon. Ook al had ik inmiddels werk, ik vond het huis veel te groot en duur voor mij. Dat huis was van de woningbouw en dus kreeg ik een kleinere woning. Mijn huidige man Wim werkte bij de woningbouwvereniging en hielp mij. Ik heb hem toen uitgenodigd voor een kopje koffie en zo leerden we elkaar kennen. Wim woonde in Wijhe en zo ben ik dus voor de liefde in 2003 in Wijhe terecht gekomen.
Wat is thuis voor mij?
Mijn thuis was vroeger heel gewoon. Ik had twee zussen en een broer onder mij. En ik had een oudere broer. We woonden in een heel gemiddeld, normaal huis. Maar vroeger bij mijn opa en oma was het anders, die waren een beetje rijker. Ik leefde in de oorlog en heb gezien hoe de communisten kwamen. Mijn opa en oma moesten alles delen met arme mensen. Maar eerlijk gezegd, ik weet niet zoveel over politiek en het interesseert me ook niet. Het is meer dat ik het heb gehoord van mijn vader en moeder. Het is het verleden en je moet vooruitkijken.
Ik vond het heel lastig dat ik 10 jaar lang geen contact had met mijn ouders. Eerst 5 jaar in de Filipijnen en daarna 5 jaar in Nederland. Bellen was nog hartstikke duur, drie gulden per minuut ofzo. De eerste keer dat ik weer naar huis in Vietnam ging kun je je niet voorstellen. Mijn moeder was zo blij, ze danste helemaal.
Mensen om ons heen
Ik kook nog steeds bijna altijd Vietnamees. Maar aan de andere kant, mijn schoonmoeder heeft me stap voor stap aardappelen leren koken. Oude mensen nemen daar echt nog de tijd voor. Dat vind ik zo leuk aan oude mensen, ze kunnen je dingen leren. Ik heb ook de opleiding voor ouderenverzorging gedaan en een hele tijd in Deventer in PW Janssen gewerkt. Maar moest om medische redenen stoppen. Heel jammer. Maar aardappelen vind ik dus eigenlijk ook heel lekker. En mijn schoonmoeder eet graag Vietnamees bij ons. Ik voel me hier thuis. Ik wandel graag langs de mooie IJssel. Ik heb een dak boven mijn hoofd en vooral: vrijheid. Ik doe wat ik leuk vind en heb een eigen naaiatelier.
Ik heb in Vietnam alles achtergelaten, ik nam slechts één pyjama mee. Maar weet inmiddels ook dat je altijd wel weer wat opbouwt. Bezit is niet belangrijk. De mensen om me heen, als mensen lachen: dan ben ik tevreden.
De eerste tijd in Wijhe was soms best lastig. Ik liep dan met mijn man Wim over straat. Er waren hier weinig buitenlanders en dan zag ik iedereen kijken naar mij zo van: ‘wat moet zij hier’. En ook met familieleden. Het voelde soms wel een beetje alsof ik me extra moest bewijzen. Ik vond het maar gekke mensen. Dan gingen ze naar het café en met iedereen klieren en praten. Dat vond ik niet normaal. Ik was het ook niet gewend. Nu vind ik het juist gezellig. Ik ben toen ook bij de volleybal gegaan. Ik had geen talent, maar je moet tussen de mensen zijn. Je leert dan zoveel dingen. Nu wandel ik met de buurvrouw, ga zwemmen en heb mijn eigen naaiatelier. Maar heb ook nog steeds een vriendin in Deventer die ik al 28 jaar ken.
Toekomst & wens
Ik blijf hier, ik heb het hier goed. Ik heb mijn zoon hier en ik heb alles hier opgebouwd. Mijn zoon is geen Vietnamees, hij is een echte Nederlander. Ik geloof echt in ‘wie goed doet, goed ontmoet’. Ik vind het belangrijk dat mensen zich aanpassen en rekening houden met elkaar. Gewoon je best doen, meer kan je niet doen.
– Verhaal opgeschreven door Nienke Nijboer –