Heleen – 80 jaar
Woont sinds 8 jaar op het Vriendenerf in Olst
https://www.vriendenerf.nl/
Thuis is voor mij toch wel het huis en het wonen hier. Als ik bij Deventer of Zwolle de grote weg af ga en de IJssel zie dan denk ik: ja, thuis
Hoe ben je hier terechtgekomen?
Ik heb in mijn leven op heel veel plekken gewoond. Ik kom oorspronkelijk uit Rotterdam. Ik heb gestudeerd en gewoond in Leiden, daarna verhuisd naar Maastricht en later naar Deventer en in de buurt van Steenwijk. Daar woonde ik met partner Marike heel mooi maar wel wat afgelegen. Dus op een gegeven moment gingen we nadenken over ‘wat als we ouder worden’. In een advertentie lazen we over het gezamenlijk bouwen van een ecologisch vriendenerf te Olst, dat bovendien dichter bij onze (klein)kinderen is. Dit sprak ons meteen aan en zo geschiedde.
Puur toeval
Het was toen woningcrisis en de initiatiefnemers waren al op heel veel plekken geweest. Eigenlijk is het dus puur toeval dat we hier terecht kwamen. Het unieke aan Olst is dat het een dorp is met allerlei winkels en voorzieningen. Maar tegelijk ook de rust, natuur en ruimte. De nabijheid van twee levendige steden als Deventer en Zwolle én een treinstation op loopafstand. Picobello voor de oudere mens.
De gemeente is ons ook heel erg ter wille geweest. Deze plek werd maar niet verkocht in die tijd en ons plan paste goed. We konden het kopen van de grond zelfs nog afzeggen als het plan niet helemaal rond zou komen. Met de provincie idem dito, van die kant kregen we subsidie voor hulp bij het realiseren. Dat gaf al meteen een welkom gevoel.
Kortom, eigenlijk was het allemaal “met het schoenlepeltje”, ook al was het voor ons hard werken om alles letterlijk en figuurlijk van de grond te krijgen. Ook omdat we, op twee na, allemaal van buiten de gemeente kwamen. En dat er twee huishoudens op het Vriendenerf wel uit Olst kwamen, daarvan maakten we dankbaar gebruik want dan had je informatie van binnenuit.
Aarden in Olst
Omdat we met de medebewoners eerst al 5 jaar bezig waren met de gezamenlijke bouwplannen en daarna een aantal jaar met het daadwerkelijk bouwen, moesten we intensief samenwerken en waren we veel op elkaar gericht. Maar toen we er eenmaal woonden werd het tijd om over de rand van het aquarium heen te kijken. Wat zouden we kunnen doen in Olst? Zo zijn we met z’n allen overal in terecht gekomen. Repaircafé, gymnastiek in de Hooiberg, breicafé, Theater Langs de IJssel, wandelclubjes, you name it.
En dat is eigenlijk de eerste stap om net als de planten hier, ook als mens wortel te schieten.
De eerste periode in Olst voelde eigenlijk meteen vertrouwd. Ik kende de omgeving al een beetje vanuit de 12 jaren dat ik in Deventer woonde. Ik had minder moeite om hier wortel te schieten, ook omdat we natuurlijk met de trein zo in Deventer waren. Daar kende ik alle straten. Dus ik heb me niet echt ontheemd gevoeld. Maar dat is natuurlijk heel persoonlijk.
Thuis
‘Thuis’ is voor mij toch wel het huis en het wonen hier. Als ik bij Deventer of Zwolle de grote weg af ga en de IJssel zie dan denk ik ‘ja, thuis’. En de betrekkelijke rust. Ik heb jarenlang in een stad gewoond en mijn kinderen wonen er nog steeds. Ik ben dan altijd blij als ik weer de IJsselbrug over ben. Het gevoel dat je in de rust kunt wonen en de drukte kunt opzoeken. En hier is het ’s nachts écht donker, dat vind ik fijn.
Ik denk dat mijn ‘thuis’ gevoel zit in de combinatie van het licht in dit huis en dat je in het groen zit. Zo zou ik dus ook nooit in een bos willen wonen, veel te donker. En ik zou de mensen om me heen missen. Ik voel me hier heel bevoorrecht, want ik zal hier ook nooit alleen komen te zitten. Er zijn altijd mensen om me heen om koffie te drinken of een praatje te maken.
De mensen om ons heen
Het feit dat we eerst samen gingen bouwen om daarna hier samen te wonen maakt dat je heel intensief met elkaar optrekt. Dat was een heel proces. Nu nog steeds doen we wekelijks tuinonderhoud, zijn er dagelijkse koffie-uurtjes, maandelijkse vergaderingen en werken we veel samen, in alle vrijheid trouwens. We zitten natuurlijk allemaal een beetje in dezelfde fase van ons leven. Dat maakt het makkelijk en anders dan dat je in een gewone straat woont.
Maar zoals ik al zei, we vonden het ook belangrijk om over de rand van het aquarium te kijken. Op een gegeven moment werd ons cirkeltje dan ook steeds groter. En het leuke aan Olst vind ik dat er allerlei activiteiten zijn om aan mee te doen en mensen te leren kennen.
Als je je best doet leer je zo al snel nieuwe mensen kennen.
Het grappige is dat ik destijds Olstenaar Arie Hemmen ontmoette in Deventer bij een bijeenkomst van het Prins Bernhard Cultuurfonds Overijssel. We raakten aan de praat en ik vertelde dat ik net in Olst woonde. We wilden toen net een officiële opening van het Vrienderf organiseren. Al pratend sloten we de deal dat Arie voor verkeersregelaars zou zorgen, maar dan moest ik in het bestuur van Stichting Theater Langs de IJssel. Dat was eigenlijk een soort steen in de vijver, want zo leerde ik snel heel veel mensen kennen.
Geworteld in de grond
We zijn hier heel stevig geworteld. En we gaan er ook vanuit dat hier blijven, tenzij het door medische omstandigheden anders moet.
Soms kan in een groep wonen wel lastiger zijn dan zomaar in een straat: het duurt soms langer om iets te beslissen en het is altijd geven en nemen. Maar dan is het nooit dat ik hier weg wil. Kijk om je heen: waarom zouden we hier weg willen? We hebben een heerlijke plek in het groen en alles bij de hand.
Toekomst & wens
Ik denk dat het heel leuk zou zijn als nieuwe bewoners van Olst een soort “cohort” gevoel krijgen. Dat je een tijdje lang, zeg maar, het cohort 2025 bent. Zo leer je buiten je straatje mensen kennen. En dan kun je zo gericht de dingen die hier in de gemeente zijn te vinden presenteren , of een oproep doen voor vrijwilligers. Die cohesie komt niet vanzelf. Ook zou ik het leuk vinden als er een gezellige winkelstraat in Olst komt, net zoals in Wijhe. Zo’n lange straat waar je lekker doorheen kunt lopen of op een terrasje zitten. Of om te wandelen een mooi IJsselpad hier in Olst, dat mis ik echt. Maar bovenal hoop ik vooral dat de aardigheid blijft. Iedereen zegt hier elkaar goedendag. Die openheid van ‘kom er maar bij’.
– Verhaal opgeschreven door Nienke Nijboer –