Dorien – 30 jaar
Woont sinds een paar jaar weer op de Boerhaar
In Amsterdam ging alles als een gek aan me voorbij. En hier is er een soort rust en simpelheid
Ik ben geboren op de Boerhaar, in een huis tegenover de kerk. Mijn ouders komen niet uit deze regio, mijn moeder komt uit Brabant en mijn vader uit Deventer. Mijn grootouders hadden een boerderij op de Boerhaarseweg, en dat was voor mijn vader een plek waar hij als kind veel tijd doorbracht. Het was hun weekendhuis, een ontsnapping aan het drukke stadsleven. Dus op die manier was mijn vader al vertrouwd met de Boerhaar. Uiteindelijk zijn mijn ouders hier op deze boerderij aan de Hooglandweg komen wonen omdat ze meer ruimte nodig hadden voor hun bedrijf, dat zich richtte op waterzuiveringssystemen. Het grappige is dat ze al 10 jaar daarvoor eens een briefje door de brievenbus hadden gedaan bij deze boerderij om te vragen of ze wilden bellen als het te koop kwam. Al die tijd is het briefje bewaard gebleven. En zo zijn we hier als gezin terecht gekomen.
Na een tijdje werd ik steeds nieuwsgieriger naar het leven buiten de Boerhaar. Op de basisschool zat ik bijvoorbeeld maar met 8 kinderen in de klas. Ik ging naar middelbare school in Raalte en merkte dat ik meer wilde dan het dorpsleven. Na de HAVO besloot ik een tussenjaar te nemen. Ik wilde mijn Engels verbeteren en kwam ik op mijn 18e in Londen terecht als aupair. Londen was een wereld van verschil. De drukte, de geluiden en de mensen waren overweldigend. Ik weet nog dat ik mijn moeder belde en vertelde dat ik niet goed kon slapen door het constante lawaai. Maar na een paar weken begon ik de stad te waarderen. Ik ontdekte in mijn vrije tijd groene parken, een mooi natuurgebied en rustige plekken. Ik ben daar echt volwassen geworden, ook omdat ik de zorg had over twee kleine kinderen. Gelukkig had ik een heel fijn gastgezin.
Van Zuid-Afrika naar Amsterdam
Na een jaar in Londen keerde ik terug naar Nederland om te studeren aan de Internationale Hotelschool in Leeuwarden. Ik ontmoette nieuwe vriendinnen en genoot van het studentenleven. Tijdens mijn studie besloot ik om een minor te doen in Zuid-Afrika, Port Elizabeth. Dit maakte diepe indruk op me. Ik werkte aan sociale ondernemingsprojecten in townshops met de lokale bevolking. Zo hielpen we bijvoorbeeld met de bouw van een daycare/schooltje. Het was heel gek om daar als witte Nederlander in de townships rond te lopen, zeker gezien de geschiedenis.
Na mijn tijd in Zuid-Afrika verhuisde ik voor stage naar Amsterdam. Ik woonde met twee vriendinnen uit Leeuwarden samen in een appartement in de Bijlmer. We waren denk ik wel een klein beetje naïef, want het was totaal niet veilig. De buurt was ongezellig met lelijke gebouwen vol beton en steekpartijen ‘s nachts. We vertrokken dus al snel en kwamen met z’n drieën terecht aan de Bilderdijk. Een heel mooi oud huis met karakter. Een leuke straat waar zodra de zon scheen, iedereen op de stoep zat.
Ontsnappen aan de ratrace
Ondertussen had ik mijn stage afgerond en kwam ik als restaurantmanager terecht bij Instock, een restaurant tegen voedselverspilling. Een fijne plek met allemaal gelijkgestemde collega’s maar ook een hele drukke baan met veel avonden/weekenden dat ik werkte. In die periode leerde ik mijn vriend Bram kennen, die uit Wijhe komt. Er waren dus momenten dat ik naar huis ging, naar mijn ouders of naar Bram. De rust hier was dan heel fijn, in Amsterdam ging alles als een gek aan me voorbij. En hier was een soort rust en simpelheid.
Dat gevoel begon steeds meer aan me te knagen. Bram stelde toen voor om samen in Deventer te gaan wonen. Dus toen we best snel iets vonden heb ik de knoop doorgehakt. Huis opgezegd, werk opgezegd en verhuisd. Het wonen in Deventer was heel fijn. Midden in het centrum, tussen de gezelligheid en winkeltjes maar wel met de IJssel en natuur om de hoek. We woonden voor het eerst samen en daar hebben we echt samen wat opgebouwd. Voor Bram was het bijzonder omdat hij voor het eerst uit huis ging en voor mij omdat ik ineens een 9 tot 5 kantoorbaan kreeg in het bedrijf van mijn ouders.
Woondroom
Nu wonen we tijdelijk bij mijn ouders op het erf in een tiny house. Bram komt net als mij van het platteland. Samen hadden we in het begin van onze relatie al de droom om te gaan wonen in het buitengebied. De rust en ruimte, maar ook wel lekker om fysiek in rondom huis bezig te zijn spreekt ons aan. Nu doet de kans zich voor om bij Bram zijn ouders op het erf een woning te bouwen. Eerst voelde het wel een beetje als ‘wow, kunnen we dit nu al’. We zijn nog jong, dus we hebben heel erg getwijfeld. Totdat mijn vader tegen ons zei ‘volgens mij weten jullie het al lang’. Als we vooraf hadden geweten dat het hele bouwproces zo lang zou duren zou het trouwens wel anders zijn geweest.
Landgoed de Vos
Om geld te sparen wonen we nu dus tijdelijk hier. Daar heb ik ook wel over getwijfeld, want het is wonen, werken en familie: allemaal op één erf. We hebben afspraken gemaakt die gelukkig goed werken. Mijn ouders wonen in de boerderij, daarnaast is er een voorhuis dat we verhuren, het zomerhuisje De Kippenschuur en er is een trekkershut. Het is een bijzondere plek, want vroeger stond hier rond 1800 een schuur met daaronder een schuilkerk. Het idee van het erf, Landgoed de Vos heet het, is dat het een soort community wordt waar mensen tijdelijk wonen. Dan wel vast, dan wel tijdelijk. En dat ze soms een beetje samenwerken en voor elkaar en voor het erf zorgen. Zo hebben we hier 90 walnotenbomen geplant. Binnenkort gaan we samen noten rapen.
Thuisgevoel
Ik denk dat mijn thuisgevoel toch wel echt in mensen in combinatie met natuur zit. Het lag ook een beetje aan de fase in mijn leven. De ene keer had ik meer behoefte aan natuur, de andere keer meer aan drukte en mensen. Mijn ouders zorgen ook echt wel voor een thuisgevoel. Waar ik ook ben, ze supporten me altijd. Ik heb best wel een bijzondere band met mijn ouders, heel close. Zij hebben me denk ik wel 20 keer verhuisd.
Als ik aan thuis denk, dan komt het beeld van een open haard in me op. Warm en gezellig, maar vooral de geur van brandend hout. Het groen-bruine Perzische tapijtje van mijn opa reist ook al sinds Leeuwarden met me mee.
Toekomst & wens
Mijn wortels zitten inmiddels wel heel diep in de omgeving Boerhaar-Wijhe. Ik ga hier niet meer weg. Ik bouw hier natuurlijk ook wat op, zoals bijvoorbeeld het huis straks met Bram, maar ook Landgoed de Vos samen met mijn broers. Dat wil ik niet meer loslaten.
Ik hoop ook dat iets als de Diekdaegen blijft bestaan, ik vind het zo bijzonder dat een heel dorp uitloopt voor zo’n feestweekend en dat samen organiseert. De organisatie bestaat alleen maar uit vrijwilligers. Maar dat geldt natuurlijk ook voor sportclubs en verenigingen. Dat mensen ergens aan bij willen dragen, iets vrijwillig toevoegen: ik hoop dat het wel een beetje blijft.
Hetzelfde als hier, we hebben hier zo’n fijne plek. Daar mogen anderen zeker van genieten en het is mooi als iemand daar dan ook een bijdrage aan levert.
– Verhaal opgeschreven door Nienke Nijboer –