Lang geleden (zo’n 200 miljoen jaar) lag een deel van Twente aan zee.
Hoe zou Losser aan zee geklonken hebben? Een kabbelende, zachte zee of een woeste, bulderende zee?
Veel mensen voelen zich thuis bij de zee. De zee roept een oergevoel op, vormt een vaste waarde, geeft een gevoel van thuiskomen.
Chawwa liet zich bij het schrijven van haar gedichten “ Veilige einder” en “ Ik daalde af in de diepste zeeën “ inspireren door dit gevoel van thuiskomen. Ze schrijft over bulderende golven, zout & zand en de veilige einder.
Ik daalde af
in de diepste zeeën;
azuurblauw en maanwit.
Bulderende golven
deden bomen en dieren dansen.
Rukwinden joegen om het eiland,
stenen slijpend tot zacht zand.
Ik daalde af
in de diepste zeeën.
Om vervolgens kabbelend,
nietsvermoedend,
aan te spoelen op de oevers.
Zout spuwend,
in kluwen wier omwikkeld
met mossel en alg.
Ik daalde af
in de diepste zeeën,
om weer boven te komen.
Wetend,
begin en eind zijn eender.
Ik ontstond uit zout en zand.
Golven wiegden mij
in het ritme van eb en vloed.
De hand die mij kneedde,
vormde mij gelijk schuimkoppen:
dartel, ziltig en uiteenspattend
op vaste grond.
Ik ontstond uit zout en zand.
Ik luister naar het ruisen.
Mijn hart slaat het ritme
van de veilige einder.
De zeelucht zal me dragen,
wanneer ik uiteenspat
in duizend sterren.