Martijn Straathof: “Ik leerde letters voelen op schuurpapier”

11 juni 2025. Door Lianne Tijhaar

Muziekdocent Martijn Straathof, oprichter van Kunsteducatie Nederland en betrokken bij Maaktaal, weet als geen ander hoe bepalend je ervaringen met taalonderwijs kunnen zijn. Zelf kijkt hij terug op zijn schooltijd met gemengde gevoelens: “Taalonderwijs was voor mij echt niet leuk,” vertelt hij. “Ik kreeg altijd bijles, en dat maakte me onzeker. Je wordt eruit gehaald, voelt je anders dan de rest. Dat was pijnlijk.”

Hij herinnert zich nog goed de schriften waarin je netjes lusjes moest trekken, de dictees waar je op afgerekend werd, de vaste regels die weinig ruimte lieten voor creativiteit of plezier. “Als je het niet precies deed zoals het moest, was het fout. Dat werkte voor mij niet motiverend.”

Ik leerde letters voelen op schuurpapier.

Martijn Straathof, Muziekdocent en oprichter van Kunsteducatie Nederland

Leren door te voelen

Toch is er ook een herinnering die hij met warmte koestert. “Ik had een hele lieve juf bij wie ik in de bijles met schuurpapieren letters werkte. Die mocht ik uitknippen en voelen. ‘Kom Martijn, we doen het samen,’ zei ze dan. Dat fysieke, dat zintuiglijke, werkte voor mij heel goed – daar zat wél iets positiefs in.”

Deze ervaring heeft zijn visie op onderwijs beïnvloed. “Ook bij Maaktaal draait het om ontdekkend leren, spelenderwijs leren. Niet bang zijn om fouten te maken. Als het niet lukt, probeer je het nog een keer – of op een andere manier. Ook cognitief sterke kinderen hebben baat bij creatieve invalshoeken. Leren kan op zoveel manieren.”

Je stem durven gebruiken

Een punt van zorg is volgens Martijn de teloorgang van kunstvakken in het onderwijs. “Op veel scholen is muziek wegbezuinigd, op pabo’s wordt het nauwelijks nog gegeven. Maar zingen, dat is je stem durven gebruiken. En als je onzeker bent over hoe je klinkt, durf je ook minder te spreken. En dan word je minder rijk in je taal.”

Zijn missie: kinderen laten ervaren dat ze ertoe doen, op hun eigen manier. “Als je ergens onzeker over bent, uit je je minder. Dus laat kinderen dansen, spelen, muziek maken. Zo leren ze hun lichaam, hun stem en hun creativiteit kennen.”

Beelddenker

Inmiddels voelt Martijn zich veel minder onzeker over taal. “Je kunt er een weg in vinden,” vertelt hij. “Ik heb gemerkt dat ik een beelddenker ben. Dat is ook een manier van leren. Ik onthoud plaatjes. Ik herken visuele patronen. Als ik een woord vaak heb gezien, weet ik hoe ik het moet schrijven. Films met ondertiteling hebben me geholpen. Ik hoorde net de term ‘koppelwoord’. Ik weet niet wat het is, en als je het me uitlegt, zal ik het niet onthouden. Maar ik onthoud dingen wel als ik ze zie. Het is essentieel om te ontdekken hoe jij het beste leert.”

Het succes van Maaktaal zit hem volgens Martijn ook in samenwerking tussen leerkrachten en kunstvakdocenten. “We hebben allemaal andere competenties. Als die elkaar ontmoeten, versterken ze elkaar. Dan kunnen we het onderwijs structureel verrijken. Het einddoel is niet méér kunst en cultuur op zich. Het doel is verrijking. Dat taallessen rijker, speelser en betekenisvoller worden. Dat lukt alleen als we het samen doen.”

Martijn Straathof is oprichter van Kunsteducatie Nederland, een netwerk van kunstvakdocenten uit verschillende disciplines. Bij Maaktaal begeleidt hij de muziek-, dans- en theaterdocenten, de filosofiedocenten en de docenten beeldende vorming.