De komende beleidsjaren richten we ons op vier onderzoekslijnen die de meerwaarde en impact van cultuureducatie inzichtelijk maken.
Volgens onderzoek ervaart gemiddeld 38% van de jongeren prestatiedruk. Bij meisjes en vwo’ers liggen deze percentages hoger. Daarnaast heeft 1 op de 5 jongeren last van druk om erbij te horen. Jongeren kunnen niet altijd zichzelf zijn, wat kan leiden tot een gevoel van eenzaamheid.
Deze druk verlagen bij jongeren is mogelijk. Door aandacht te hebben voor het maatschappelijk debat en de sociaal-emotionele ontwikkeling van jongeren. En door te leren accepteren dat fouten maken of anders zijn erbij hoort. Cultuureducatie is daar bij uitstek geschikt voor.
Vroeger hadden we de angst dat robots steeds meer op mensen gingen lijken. Tegenwoordig lijkt het omgekeerde aan de hand. Als hersenloze smartphonezombies zitten we gemiddeld vier uur per dag te doom scrollen. We durven het gesprek met een vreemde niet meer aan te gaan. Is verbinding op een digitale manier wel echte verbinding? Of moeten we vasthouden aan het ‘echte’ contact?
Ook andere menselijke vaardigheden dreigen we te verliezen door technologie. Schrijven op school gebeurt nauwelijks meer. We tikken op laptops en besteden fijne motorische handelingen zoals tekenen uit aan computers. Analoog kloklezen kunnen veel jongeren niet meer. Technologie draagt zorg voor dingen die we lastig vinden. Maar hoe verhouden we ons als mens tot ‘lastig’ als we lastig overlaten aan technologie? Zonder wrijving immers geen glans. Is het erg dat we vaardigheden kwijtraken? Of moeten we ze ‘redden’ nu het nog kan?
Hoe kan cultuureducatie bijdragen aan taalontwikkeling in het primair onderwijs en gespecialiseerd onderwijs, voor nieuwkomerskinderen en statushouders? We onderzoeken verbindingen tussen cultuureducatie en taalontwikkeling vanuit een brede visie op taalonderwijs. Het gaat hierbij niet alleen om een grotere woordenschat of over grammatica. Ook om lichaamstaal begrijpen, gevoelens uitdrukken en afstemmen op de ander.
Samen met kunstvakdocenten, leerkrachten en experts onderzoeken we hoe cultuur- en taalonderwijs elkaar kunnen versterken.
Het project Invent2gether heeft de behoeften en de kansenongelijkheid in het gespecialiseerd onderwijs laten zien. Maar ook hoe belangrijk tijd is in de samenwerking tussen school en aanbieder. Leren en delen levert zoveel meer op. Eigenlijk is een project als Invent2gether een voorbeeld van hoe een samenwerking zou moeten, altijd en overal in cultuureducatie en onderwijs.
We blijven deze groep leerlingen en scholen ondersteunen. Welke elementen van deze aanpak hebben welke impact op de leerlingen? Dat onderzoeken we de komende vier jaar. Het kan een voorbeeld zijn voor intensievere samenwerking op andere dan gespecialiseerde scholen.
Innovatie en samenwerking stonden centraal toen dertien scholen in Overijssel hun deuren openden voor het project Invent2gether. Deze scholen ontwikkelden samen met kunstvakdocenten en leraren op maat gemaakte cultuureducatieprogramma’s voor leerlingen in het gespecialiseerd en praktijkonderwijs. Het resultaat? Unieke, creatieve programma’s die leerlingen letterlijk en figuurlijk in beweging brachten.
Scholen, externe specialisten, kunstprofessionals en een Labcoach van Rijnbrink gingen in Labteams op zoek naar onderwijsvernieuwing. De naam zegt het al: in een Lab is volop ruimte voor experiment en onderzoek. Dat is precies waarmee 6 Labteams een schooljaar lang aan de slag gingen. Bijvoorbeeld met de vraag ‘hoe maken we rekenonderwijs betekenisvol?’ Of ‘wat gebeurt er als we natuureducatie en cultuureducatie integreren?’ De Labs waren een succes voor alle deelnemende scholen en partners.